De vlag en de vlaggenstok.



Ieder jaar moest de kachel half april al weer uitgaan, want de kachel was boven nodig. Op de zolderkamer, waar een klein raampje in het dak zat. Dat was onze redding, want we zaten opgezadeld met een metershoge vlaggenstok. Deze had jaren voor de toren op het kerkpleintje gestaan, maar op een dag was hij onderaan afgebroken, en sinds die dag lag de vlaggenmast bij ons op zolder. Er zat ook een enorme vlag bij en een bijpassende wimpel, aan een houtje en met een kwastje onderaan.



En als het dan 30 april was, dan klom vader al vroeg de zoldertrap op om het waagstuk 'de vlag uithangen' te doen. De zware zwarte haard werd op zijn plaats, tegenover het raampje gezet. Het touw lag al klaar, heel dik kabeltouw, wel een paar meter. En toen werd de vlaggenmast naar binnen gedragen. We moesten allemaal helpen, want het was een hele zware mast. Hierna werd de vlag gepakt en die had wel 10 of 15 linten waarmee hij aan de vlaggenmast kon worden vastgemaakt. Dat was een heel precies werk, want je kon je niet veroorloven dat de vlag er vandoor ging. De mast met vlag werd nu heel voorzichtig door dat kleine dakraampje geschoven. Hij was hierna natuurlijk topzwaar, want in de zolderkamer was nog maar zo'n 3 meter vlaggenmast terwijl de andere 10 meter met vlag en wimpel naar buiten stak. En daarom werd het touw een paar keer aan het uiteinde van de mast gedraaid en vervolgens aan de kachel vastgemaakt. Het geheel stond zo muurvast en de vlag is in al die jaren nooit, met kachel en al, naar beneden gestort. Maar eigenlijk was het wel een heel raar gezicht, zo'n enorme vlaggenmast uit zo'n klein raampje. Maar wij vonden het allemaal heel gewoon.






Het dakraampje waar de vlag uit stak.





klik hier voor pagina terug
terug naar de vorige pagina