Het huis
De eerste keer dat we ons realiseerden dat het toch wel een aardig groot huis was waarin wij woonden, was toen twee jongedames bij ons in de gang kwamen en ze zeiden dat ze hier wel konden verdwalen. Nou, zo erg was het echt niet, vonden wij.
Het was dus in die zin een heerlijk huis, want we hadden heel erg de ruimte.
Beneden was de gang waar wel 6 deuren op uit kwamen: het speelkamertje, het kleine halletje met nog weer drie deuren: naar de keuken, naar buiten en naar de kelder. Dan de deur naar de wc. De deur naar de achterkamer, de deur naar de voorkamer en de deur naar de vestibule, zoals dat deftig genoemd werd. Maar als kind vond je dat niet deftig, want dat halletje heette gewoon zo.
|