terug

Waarom bijen niet kunnen vliegen...
en het tóch doen

In zijn centrum in Noord-Italië werkt Amedeo Maffei aan een onvoorstelbare doorbraak. Met geluidsgolven kan hij ballast uit het verleden verlichten.
‘Mensen zeggen wel dat ik gek ben. Dat betekent dat ik iets nieuws doe.’ Jurriaan Kamp zocht hem op.


Als je vanuit Milaan naar het noorden rijdt, blijft het landschap geruime tijd vlak. Links en rechts verschijnt de industrie die Italië op de been houdt.
Het uitzicht is saai, zoals rond zoveel westerse industriecentra. Alleen de hoeveelheid Fiat Uno’s maakt duidelijk, dat dit Italië is.
Dan plotseling doemen de Alpen op. Het landschap heft zich op, de eerste heuvels verschijnen. De dorpjes passen zich onmiddellijk aan. Bekoorlijkheid straalt je tegemoet. De wereld van bedrijvigheid lijkt ver weg. Hier heerst al eeuwen rust.

Daar, op dat kruispunt van eeuwenoude cultuur en moderne beschaving, ligt Sirtori, een dorpje met nog geen duizend inwoners. Een kruidenier, een paar tavernen, waar je elke dag zou willen eten, huizen die – beschermd door de Alpen tegen de kou van de noordenwind – het grootste gedeelte van het jaar genieten van warmte en zon.
Aan de rand van het dorp, op een heuvel, ligt een imposant buiten. Het werd in de achtste eeuw gebouwd door een prinses met een vooruitziende blik: prinses Teolinda van Lombardijen. Inmiddels is het buiten al meer dan twintig jaar het eigendom van een moderne visionair: Amedeo Maffei.
In Sirtori vestigde Maffei een centrum waar revolutionaire resultaten worden geboekt op misschien wel het meest ontoegankelijke gebied: de menselijke geest.

Maffei (54) groeide op in deze heerlijke streek, werd muzikant en verwierf in eigen land in de jaren zestig faam met een groep die deed denken aan The Shadows.
Nog steeds herbergt het centrum een indrukwekkende verzameling gitaren en geniet Maffei ervan om zijn bezoekers en cursisten te verrassen met soepele gitaarmuziek.
Ondanks zijn muzikale succes koos Maffei voor een loopbaan als zakelijk ondernemer, maar tijdens dat avontuur miste hij het contact met ‘het publiek’.
Wel was hij in het begin van de jaren zeventig een van de eersten die een veelbelovende nieuwe markt ontdekte: de motivatiecursus voor managers. Die missie begon in Reader’s Digest. In dat tijdschrift las Maffei een uitspraak van de Amerikaanse psycholoog en Harvard-professor William James (1842-1910): ‘De grootste ontdekking van onze generatie is dat de mens het vermogen bezit om zijn leven te veranderen door zijn geestelijke houding te veranderen.
Zo’n dertig jaar en 24 duizend cursisten later voegt Maffei daar overtuigd aan toe: ‘Er is niets wat de mens niet kan veranderen in zijn leven. Niets, behalve de dood.

Het klinkt als de bekende taal van schreeuwende goeroes. De werkelijkheid is dat deze self made-filosoof en psycholoog een methode voor verandering en groei heeft ontwikkeld, die werkelijk doordringt tot het menselijke brein. Want er is meer nodig dan een opzwepend verhaal en een goed boek – motivatie, positief denken – om een verandering in een leven te bewerkstelligen.
Maffei geeft als voorbeeld de gescheiden man of vrouw die een nieuwe relatie aanknoopt. ‘In plaats van dat zo iemand zich vervolgens openstelt voor een nieuwe mogelijkheid, treedt hij of zij die nieuwe ander vaak tegemoet met de angst, woede of teleurstelling die hij of zij met zich meedraagt. Gebeurtenissen die bij het verleden horen, schaden de nieuwe relatie, terwijl die gebeurtenissen niets met die nieuwe relatie hebben te maken.’

En dus luidt de vraag: hoe raak je je verleden kwijt? En op die vraag vond Amedeo Maffei een antwoord.
Dat antwoord sluit aan bij onderzoek van onder meer de Amerikaanse biochemica Candice Pert. Zij heeft aangetoond, dat geestelijke ervaringen uiteindelijk een fysieke, chemische vertaling vinden in het lichaam. Als je die chemische verbindingen kunt opruimen, als je de hersenen kunt spoelen, ontneem je mensen de belasting van hun onbewuste verleden waardoor zij ‘bevrijd’ hun toekomst kunnen vormgeven.
Dat betekent dat iemand na een scheiding niet meer met de bagage van zijn vorige huwelijk een nieuwe relatie binnenstapt.
Aan Maffei wordt wel eens gevraagd: ‘Wat geef je aan je cursisten?’ Maar volgens hem kun je beter vragen: ‘Wat neem je ze af?’


Star Trek in Sirtori. Een monoloog:
Een mens is het product van zijn ervaringen.
Je ego is de optelsom van je meningen. Die meningen worden gevormd door belevenissen. Bij je geboorte begin je op nul. Ieder mens wordt gelijk geboren, maar wordt vanaf dat moment op zijn eigen unieke wijze geconditioneerd door zijn belevenissen.
Vanaf je geboorte sla je je ervaringen op in je ego en dat bepaalt je handelen. Zo is pijn een product van ons denken.
Zenuwen brengen geen pijn over. Zenuwen brengen een code over en je denken vertaalt die code in pijn. Als ik jou met een naald prik, voel je pijn. Maar het kan ook gebeuren, dat dezelfde prik geen pijn doet. Als je bijvoorbeeld tijdens een mooie en inspannende bergbeklimming een doorn in je schoen hebt, voel je de wond van die doorn niet. Dat komt, omdat je bewust maar aan één ding tegelijk kunt denken.
Je ervaart dat als je leert autorijden. In het begin is het heel moeilijk om schakelen, remmen en sturen te combineren, laat staan te praten tijdens het rijden. Later “verhuist” autorijden naar je onderbewuste. Je denkt niet meer na, terwijl je stuurt, schakelt, remt, praat en luistert. Het onderbewuste stuurt je handelen spontaan.
In het geval van lopen, fietsen en autorijden zijn zulke automatismen prima. Maar precies hetzelfde proces speelt zich af bij al je ervaringen, waardoor het verleden steeds weer het heden verstoort.
We leren en daarna vergeten we. We onthouden onszelf ons normale 'zijn'.
Als je je leven wilt veranderen, moet je daarom in staat zijn zulke onbewuste automatische handelingen los te laten.

Als je iemand haat, produceert je lichaam adrenaline en bepaalde giftige stoffen. Let wel: niet die ánder produceert het gif, dat doet je éigen lichaam. Als je iemand haat, vergiftig je jezelf. Haten is dus schadelijk voor jezelf.
Een gedachte is energie die wordt vertaald in de cellen, het chemische (moleculen) en bio-elektrische (hormonen) lichaam. Zo zit je lichaam vol met afval, chemische stoffen, als gevolg van boosheid, pijn, haat, verdriet et cetera. Gedachten beïnvloeden de hormoonproductie en de elektrische spanning in het lichaam.
Jeugdervaringen worden fysieke kenmerken. En je ego bouwt daar pijn-, haat- of verdrietbarricades tegen, die je op den duur zelf niet meer kunt vinden, maar die wél je handelen bepalen. Er ontstaat een onbewuste kringloop van herhalende gedachten. Een zenuw blijft bijvoorbeeld een impuls afgeven, dat er gevaar is in situaties die lijken op het gevaar dat eens reëel was, maar dat nu niet meer is.

Verstoringen van het bio-elektrische en het biochemische evenwicht in het lichaam leiden tot bepaalde gedragingen – uiteindelijk zelfs tot ziekten.
Elke handeling is het gevolg van een ongewenste conditionering. Je kunt een fout nooit goed maken, als je die conditionering niet wegneemt.
Vandaar het belang om het evenwicht te herstellen, om te depolariseren, om het verleden schoon te maken. Moderne technologie maakt dat mogelijk.
Ik heb software ontwikkeld die het bio-elektrische evenwicht herstelt met behulp van – voor het menselijk oor niet hoorbare – subliminale geluidsgolven. Die subliminale tonen, die via een koptelefoon worden 'gehoord', produceren zogenaamde alfagolven in de hersenen. Dat zijn de hersengolven die jonge, onverstoorde kinderen van nature produceren en volwassenen als zij zich erg gelukkig voelen.
Alfagolven stimuleren de productie van endorfine. En dat helpt om de giftige stoffen uit het lichaam te verwijderen en het bio-elektrische en het biochemische evenwicht te herstellen.
Mensen ondergaan bij mij in een cursus van vier dagen tien behandelingen. In die dagen merk je dat afvalstoffen worden afgescheiden. Sommigen produceren een soort zweet, dat – als je het afveegt – zwarte vegen op een witte zakdoek achterlaat. Anderen voelen elektrische prikkels, sensaties of ze krijgen opvallend glanzende ogen. Oude problemen komen zo fysiek naar buiten, maar het kan ook zijn, dat verdrongen herinneringen aan onprettige ervaringen terugkomen.

Na afloop van mijn cursussen zeiden mensen, dat ze zich meer ontspannen voelden. Dat is natuurlijk mooi, maar het zei me niet genoeg. Dat je ontspannen bent, betekent nog niet dat er daadwerkelijk iets is veranderd. Ontspanning kan ook iets oppervlakkigs zijn – een poging om problemen opzij te schuiven.
Daarom ben ik op zoek gegaan naar een instrument om het effect van mijn behandeling te meten. Ik heb een machine gebouwd die subtiele spierspanningen in het lichaam heel precies meet. Verstoringen van het bio-elektrische evenwicht leiden tot meetbare spierspanningen. Elk probleem vertaalt zich in een bepaalde spierspanning.
Ik meet de spierspanning in het voorhoofd, omdat de hersenen zich het laatst ontspannen: als je gaat liggen, ontspant je hele lichaam zich, maar je blijft denken. En dat denken wordt belast door de ervaringen van het verleden. Na mijn behandeling kun je een aanmerkelijke vermindering van de spierspanning in het voorhoofd vaststellen. Dat betekent dat de kringloop van onbewuste, herhalende gedachten is doorbroken.’


Maffei: ‘Het is niet genoeg om met behulp van koptelefoons en subliminale geluidsgolven het verleden schoon te maken. De zenuw die de impuls blijft afgeven dat er gevaar is, terwijl er helemaal geen gevaar is, heeft een nieuwe verbeelding nodig. Je hebt nieuw gedrag nodig om te voorkomen, dat je in een oud patroon vervalt.
Welke zin heeft het om een auto uit te deuken, als de chauffeur zijn roekeloze rijstijl niet verandert? Mensen moeten leren begrijpen wie ze zijn, hoe een mens 'werkt', hoe iedereen zijn eigen werkelijkheid creëert. Daarom is filosofie zo veel belangrijker dan therapie.
Therapie probeert een situatie op te lossen die in het verleden is ontstaan. Therapeuten besteden hun tijd aan het verleden, ze leggen uit waarom de dingen gingen zoals ze gingen, terwijl iedereen op weg is naar de toekomst. Filosofie gaat daarentegen over de principes van het leven, over het vermogen om de toekomst te lezen, over leren om gelukkig te zijn.

Daarom is de kern van mijn cursus ook meer dan een technologische truc met futuristische instrumenten. Geluk is uiteindelijk een manier van leven. Geluk is niet het gevolg van gelukkige gebeurtenissen. Geluk – of succes – is een opinie, een manier van denken. Het ervaren van geluk of succes is een biochemisch proces. Als je verliefd bent, produceert die ánder geen endorfine; dat doe je zélf. Zelfs een positieve gebeurtenis – een feest – kan negatief worden ervaren, als het niet op het juiste moment gebeurt. Het gaat erom de juiste omstandigheden te creëren. Het is niet zo, dat de mogelijkheden naar mensen toekomen.
Elk mens heeft mogelijkheden. Het verschil tussen mensen is niet het verschil in mogelijkheden, het is het verschil in het vermogen om de juiste condities te creëren.

Daarom zei Einstein, dat verbeelding het belangrijkste element in het universum is. Verbeelding is het enige dat de toekomst kan vormgeven. De mens heeft het vermogen om iets te zien dat niet bestaat, maar dat wel zou kúnnen bestaan als hij iets doet om het te creëren.
Dromen is de fitnessclub van de verbeelding. Daarom is het een schande, dat kinderen op school hun eigen dromen moeten opgeven voor de dromen van anderen: docenten, ambtenaren en politici. Alles wat je hebt, is het product van verbeelding. Niets gebeurt zomaar.
Alles wat je doet, verbeeld je je eerst. Als ik voor een zaal sta en zeg dat ik iemand ga uitnodigen om op het podium te komen, beleeft iedereen in de zaal dat hij naar voren loopt. En als je aan een sinaasappel denkt, loopt het water in je mond.
In je verbeelding gebeurt alles eerst, voordat het feitelijk gebeurt. Je wordt wat je je verbeeldt. En omdat je wordt wat je zegt, moet je nooit zeggen dat je iets niet kan.
Zeg wat je wil of wat je níet wil. De menselijke geest is ontworpen om gedachten werkelijkheid te maken.
Voor de geest is het een succes als je je eigen mening verwezenlijkt. Dat je bewijst wat je hebt gezegd of wat je je hebt verbeeld.
Mensen met negatieve gedachten kunnen niet anders dan falen. De pessimist zegt dan achteraf: “Ik wist dat het zou mislukken”. Maar de optimist zegt eigenlijk hetzelfde: “Ik wist dat het zou lukken”. Beide slagen in hun overtuigingen.

Je moet de dingen eerst mooi zíen, voordat ze mooi wórden. Je kan alleen vinden wat je wil vinden.
De Navajo-indianen kennen geen stotteraars, omdat ze het woord stotteren niet kennen. Zij hebben het niet verbeeld, verwoord, dus bestaat het niet. En het is wetenschappelijk bewezen, dat bijen niet kunnen vliegen. Volgens de wetten van aërodynamica zijn hun vleugels te klein. Maar de bij wéét het niet, daarom vliegt hij. De bij is dom. Die domheid is de kracht die je in iets doet geloven. Domheid, naïviteit is de grootsheid van de mens. Dankzij die domheid kun je grenzen verleggen, een wonder realiseren. Het is noodzakelijk dat je je naïviteit beschermt. Daarmee bedoel ik: de moed om iets te beginnen waarvan de hele wereld zegt, dat het onmogelijk is om te verwezenlijken. Mensen zeggen wel, dat ik gek ben – dat betekent dat ik iets nieuws doe.

De meeste mensen praten veel te veel over het verleden. Maar als je praat over wat je hebt gedaan, verzwak je je kansen in de toekomst. Op de vraag wat je beste prestatie is, moet je eigenlijk altijd antwoorden: “De volgende.”
Je verbeeldingskracht heeft één vijand: twijfel. Twijfel vergiftigt je besluitvorming. Je bent bang, dat je niet in staat bent om je dromen te verwezenlijken. Maar je hebt je leven in je eigen handen. Je moet alleen de bereidheid hebben om oude angsten en meningen los te laten.
Bij elke verandering ontmoet je verzet van je ego. Elk mens draagt de vrees voor verandering – voor het onbekende – met zich mee. Dat is het trauma van de geboorte, van de schok om van een warme, vloeibare omgeving plotseling terecht te komen in een koude lucht, waar je moet ademhalen – jezelf drastisch moet veranderen – om te overleven.

Toch is verandering normaal – het is de enige weg naar vooruitgang. Het is de vrees voor verandering die niet normaal is.
De uitdaging is om tegenslagen uit te buiten, om moeilijkheden te overwinnen.
Het kwaad, het negatieve, is de minst gebruikte kracht in de wereld. Het kwaad wordt afgewezen. Problemen moeten worden voorkomen en ongelukken moeten worden vermeden. Het liefst zien we het kwaad niet.
Maar je moet juist dankbaar zijn voor je problemen. Dat is je begin. Waarom zou je een nieuw idee produceren, als er geen probleem bestond dat daarmee kon worden opgelost? Gebruik het kwaad om iets goeds te maken. Elke negatieve gebeurtenis biedt de kans om te groeien.
Mensen worden vaak boos als ze ziek worden. Maar boosheid verergert de ziekte juist. Als je negatief bent, stel je je lichaam bloot aan schade. De ware wijzen van deze wereld waren geen altruïsten. Ze begrepen het leven. Ze wisten dat ze met boosheid hun eigen leven vergiftigden.
Gezond zijn betekent dat je een doel hebt om voor te leven. Het is heel simpel: als je ergens naartoe leeft, maak je nieuwe cellen aan.’


Maffei spreekt met Italiaanse overgave. Een geboren orator die zelf ook geniet van zijn verbale vondsten. Hier spreekt een onderzoekende filosoof en geen slimme elektrotechnicus. Zonder verbeelding, zonder levenskunst, dient het elektronische vernuft van Sirtori geen doel.
Maffeis ‘colleges’ zijn ten minste zo belangrijk als de machinale schoonmaaksessies in de catacomben van het centrum. In die sessies spelen geleide meditaties – die leren om anders naar het leven te kijken – overigens ook een belangrijke rol. Zo voedt Maffei de verbeelding, de kracht om de toekomst te maken.
‘Ik kan je leren om wonderen te verrichten in je eigen leven, maar ik kan je geen garantie bieden: als je onder een auto springt, ga je dood. Ik kan mensen niet beschermen tegen de toekomst. Ik kan wel de filosofie aanreiken, waarmee je je leven kunt vormgeven.’

Er zijn uren voorbijgegaan. Terwijl onze tolk steeds duidelijker tekenen van vermoeidheid vertoont, merk ik dat ik de Italiaanse woorden steeds gemakkelijker volg. Het begrip gaat sneller dan het woord.
In zo’n begripvolle stilte, vraag ik ten slotte: ‘Waarvoor leef je?’ Het antwoord is kort en zeker: ‘Ik wil graag deel zijn van iets, dat heeft bijgedragen aan de groei van de mens.
En dan bescheiden: ‘Maar ik heb niets uitgevonden. Niets. Alles bestaat al in ons. Het geheim is niet om iets nieuws te maken, maar om iets wat er al is, toe te passen.’




terug naar de vorige pagina